Gaireoo: verheugt u !!

(Filippenzen 4 vers 4 – 9)

Veel mensen zeggen, dat, wanneer je op het moment van je sterven bent, je op dat moment de film van je leven gaat zien. Vlak voor je dood zie je alle mooie en alle belangrijke ogenblikken van je leven aan je geestesoog voorbij trekken.

Stel dat dat waar is (en waarom zou dat niet zo zijn? Zo veel bronnen bevestigen deze ervaring!), dan is mijn vraag: zou je NU al kunnen zeggen welke beelden je DENKT dat er straks in die film aan je voorbij zullen trekken? Welke beelden, denkt u, zullen er dan staan op uw ‘film’?

De tekst van vandaag is zo’n filmtekst, ‘een terugblik – tekst’, geschreven door de apostel Paulus in het jaar 67 AD. Het is het eind van zijn leven. De apostel zit in de gevangenis te Rome. Hij zal gaan verschijnen voor Nero, de Romeinse keizer en Paulus zal, vanwege vermeende ontrouw aan de keizer, worden veroordeeld tot de doodstraf (onthoofding. Op de huidige plaats Abbaye Tre Fontane te Rome).

Paulus, wanneer hij de tekst van vandaag schrijft, weet dat hij nooit meer de vrijheid zal zien. Hij weet, dat hij leeft in de uren voor zijn sterven. In deze laatste uren maakt hij zijn balans op.

De Bijbeltekst van vandaag is de ‘balanstekst’ van zijn leven. Welke punten noemt hij in zijn geschreven testament?

Punt 1

Het eerste dat hij zegt is dit: ‘daarom, mijn geliefde broeders en zusters, naar wie mijn verlangen uitgaat: jullie zijn mijn blijdschap en mijn kroon. Staat alzo vast in de Here, geliefden! Verblijdt u in de Here ten allen tijde! Opnieuw zal ik zeggen: Verblijdt u!’

‘Daarom, mijn geliefde broeders en zusters, jullie zijn mijn blijdschap en mijn kroon’. Paulus spreekt zijn gehoor aan met ‘mijn geliefde broeders en zusters.’ Dat ‘broeders en zusters’ slaat niet allereerst op zijn fysieke familieleden (we weten niet of Paulus broers/zusters heeft gehad); het slaat allereerst op al die mensen om hem heen, die hij beschouwt als ‘broeders en zusters.’

We zien hier de eerste schittering in onze diamant – tekst: Paulus noemt de mensen die hij in zijn leven om zich heen heeft verzameld ‘mijn geliefde broeders en zusters, mijn blijdschap en mijn kroon.’ De kroon van zijn leven bestaat uit mensen.

Paulus denkt hierbij allereerst aan de mensen VOOR wie hij heeft mogen werken, de mensen MET wie hij heeft mogen werken, NAAST wie hij heeft mogen werken: zij allen zijn zijn blijdschap en zijn kroon.

Paulus is in de bijbel de allereerste stichter van de geloofsgemeenschappen. Een schatting is dat hij tussen de 20 en 30 christelijke gemeenschappen heeft gesticht, vanuit het niets, in niet christelijke culturen en in vaak christelijk geloof vijandige culturen.

Het gehele gebied rond de Middellandse zee heeft hij bereisd. Hij heeft gemeenten gesticht in Syrië, Macedonië, Griekenland, Turkije, in Israël en Italië. Een aantal keren heeft hij daarvoor in de gevangenis gezeten. Hij heeft de donkerste kanten van de mensen om hem heen leren kennen.

Ook in de geloofsgemeenschappen zelf  waren mensen niet altijd meewerkend of aardig. De Bijbelverhalen doen verslag van knetterende ruzies met persoonlijke aantijgingen aan het adres van de apostel.

En toch zegt hij, terugkijkend: ‘jullie, mijn broeders en zusters, jullie zijn mijn blijdschap en mijn kroon.’ Zonder wrok, zonder zurigheid. Nee, omgekeerd: ‘jullie zijn mijn blijdschap en mijn kroon.’

Mensen hebben vele gezichten. Mensen kunnen aardig zijn. Mensen kunnen lastig zijn. Mensen kunnen heel ingewikkeld zijn.

Velen van ons staan midden in het professionele leven. Velen van ons zijn druk met van alles en nog wat: ‘targets’, doelstellingen en ‘goals’, die moeten worden gehaald.

Laat mij u dit zeggen: als u er straks ooit niet meer bent, dan is er niemand die zal zeggen: ‘Wij roemen hier onze dierbare overledene N.N., want: wat heeft hij zijn targets royaal gehaald!’

Vraag: weet u wat over ons zal worden gezegd? Antwoord: hoe wij omgingen met mensen.

Hoe waren wij voor de mensen om ons heen, voor onze kinderen, voor onze vrienden. ‘Waren’ wij er voor hen? Hoe vriendelijk, royaal, gul, zorgzaam, vergevingsgezind of edelmoedig waren we voor hen. Vreemd: dit zijn de dingen die er werkelijk toe doen.

Nog vreemder is het, dat deze zaken zo sporadisch worden benoemd, terwijl wij ons zo frequent druk maken over onze ‘targets.’

Laat je de wereld achter als een betere plek? Dat is de werkelijke vraag.

In de Amerikaans Lutherse kerk, waar ik jaren mocht werken, daar hadden ze een bepaalde uitdrukking, als ze het hadden over mensen. Ze zeiden: ‘there are givers. And there are takers.’ Wat is het dat wij ‘geven’? Paulus zegt: ‘jullie, geliefde broeders en zusters om mij heen: jullie zijn mijn blijdschap en mijn kroon.’

Punt 2

Zoals gezegd: Paulus maakt zijn levensbalans op.

Hij schrijft:

‘Verblijdt u in de Here te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u!’

Wat uit deze tekst ‘spat’ is het woord ‘blijdschap’. Het is een en al JOY waarover het hier gaat. Nederlanders worden altijd wat onrustig bij dat woord ‘blijdschap.’ Het klinkt een beetje ‘opgedrongen.’ Laat me dit zeggen: vreugde of blijdschap is iets anders dan ‘een blij gevoel.’

De Griekse grondtaal gebruikt hier het woord GAIREOO. GAIREOO betekent: diep, dankbare vreugde.

GAIREOO, dat is een vreugde … wanneer je na een ingewikkelde situatie naar je partner kijkt en denkt: ‘dat hebben we samen toch maar goed opgelost. Hij (zij) is toch maar mijn fantastische maatje’.

GAIREOO, een vreugde … wanneer je bij een vervelend bericht toch kunt denken: ‘zeker, het is naar, maar ik heb tenminste mijn gezondheid nog.’

GAIREOO, die vreugde … …als je verloren hebt, en dan denkt: ‘ik heb gelukkig mijn familie nog’. GAIREOO gaat over de relaties waarin je leeft. GAIREOO gaat over die vreugde, die verbonden is met dat wat in jouw bestaan werkelijk wezenlijk is.

Bach heeft over dit GAIREOO een prachtig koraal geschreven, in de cantate ‘Herz und Mund und Tat und Leben, BWV 147. Dat koraal heet ‘Jesu, joy of man’s desire.’ Het gaat over de Godsrelatie waarin je leven mag. Bach, die zelf een moeilijk leven heeft gehad (een aantal van zijn kinderen stierf een vroege dood) schrijft:

Jesus, JOY of mans desire

Vreugde van het verlangen van de mens.

Heilige wijsheid, liefde, helder als het glinsterende bergkristal;

Jesus, JOY of mans desire,

Door U aangetrokken, onze zielen strevend,

Ja, zwevend naar ongeschapen licht.

In Gods nabijheid ‘springen onze zielen op van vreugde, reiken naar het eeuwig helder Licht’.

Tot slot. Voor Paulus is de grond van zijn blijdschap dit: ‘ik ervaar God nabij.’ Hij zegt: ‘vreest niet. God is nabij.’ Dat klinkt vroom en zou kunnen leiden tot wereldmijding. Vroomheid wordt door ons vaak verbonden met ‘een teruggetrokken levensstijl.’

Het bijzondere is dit. Paulus draait het om en zegt: ‘uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend’: de ervaring van Gods nabijheid doet ons als vervulde, vriendelijke, welwillende, vernieuwde mensen in deze wereld staan. Om het anders te zeggen: zien naar Omhoog leert ons omzien om ons heen.

Paulus is gestorven. In het jaar 67 AD. Dit document heeft hij ons nagelaten. Het is een lofzang op het leven. Het is een lofzang op God. ‘De vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaren in Christus Jezus, onze Heer.’

Deze tekst is de climax van zijn denken. Gods vrede zal ons behoeden. Altijd. Dit is die wijsheid, waarvan Ralph Martin, de grote uitlegger van dit tekstgedeelte zegt: het gaat om die vrede, die een vrede is ‘beyond our dreams and imagination’.

Dit licht straalt over ons. Mag het ons levenspad verlichten.

Denk hier eens over na.

Ds. Jan Rinzema

TEKST

‘Daarom, geliefde broeders en zusters, naar wie mijn verlangen uitgaat, jullie:

mijn blijdschap en kroon,

staat alzo vast in de Here, geliefden!

Verblijdt u in de Here te allen tijde!

Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u!

Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend.

De Here is nabij.

Weest in geen ding bezorgd,

maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God.

En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat,

zal uw harten en uw gedachten behoeden

in Christus Jezus

(Filippenzen 4 vers 4 – 9)

GEBED

God, u wordt genoemd:

Bron van rust

Bron van liefde

Bron van kracht.

Want u, zo wordt gezegd,

Schenkt het water des levens:

Water uit het leven

Water tot het Leven.

Ik bid u

De bron te herkennen in mijn bestaan

Vernieuwd te worden door die bron

Dichtbij die bron te mogen leven

In Christus

Amen

‘Jullie zijn als zout, als het zout der aarde’

UITLEG

In de bijbel krijgt Jezus verschillende namen. Onze Verlosser, zoon van God, Messias, de Christus, aller mensen Broeder, vriend van zondaren, hoeren en tollenaars, de weg, waarheid en het leven, de alfa en de omega … allemaal namen die de bijbel geeft aan deze Jezus van Nazareth.

Al die namen benoemen een verschillende kwaliteit (hoedanigheid) van deze Jezus Christus. In nood mogen wij Hem verstaan als de schuilplaats, bij wie wij veilig zijn. In ruwe stormen mogen wij Hem verstaan als Gods uitgestoken hand.

Bij twijfel over ons eigen leven mogen wij horen: de last van falen en zonde wordt door Hem van onze schouders genomen. Christus kijkt ons aan en richt ons op.

In de Bijbellezing van vandaag, de Bergrede, is Jezus de hemelse leraar. Hij, zoon van God, is de hemelse leraar, die ingewijd is in de geheimen van God.

Hij onderwijst en leert zijn mensen vanaf een berg, zoals eens de profeet Mozes dat deed (parallel berg Sinaï – berg bij Tabgha). Jezus is in ons verhaal de Goddelijk Geïnspireerde Leraar, Zoon des mensen, om ons te zetten op het pad van Gods bedoelingen.

Hij kijkt zijn mensen aan, hij ziet hen diep in de ogen, het is een aandachtige sfeer als bij een haardvuur, intiem, close, een samenzijn in verbondenheid. Jezus kijkt iedere leerling persoon voor persoon in de ogen. En zegt dan tot een ieder van hen:

‘Jullie zijn het zout der aarde, jullie zijn het licht der wereld.’

Als een betrokken vader spreekt Hij zijn kinderen toe, warm, bemoedigend, uitnodigend. ‘Jullie zijn het zout der aarde, jullie zijn het licht der wereld.’

Hij zegt niet ‘jullie waren zout / licht’, hij zegt niet ‘jullie zullen zijn zout / licht.’ Praeses. Hij zegt ook niet ‘jullie lijken op zout / licht.’

Hij zegt ook ziet ‘je zou jezelf kunnen beschouwen als zout / licht.’ Praesens realis: jullie ZIJN zout / licht, nu!

We nemen even wat afstand …

Zout heeft in de bijbel verschillende betekenissen. Ik noem een paar. Zout was in de oud Testamentische tijd kostbaar.

Zout was een betaalmiddel (zout i.h. Engels SALT, komt terug in ons woord SALaris). D.w.z. jullie zijn kostbaar.

Zout geeft het voedsel smaak. Zonder zout smaakt voedsel laf, flauw. Met zout komt het eten op smaak. Christus – navolgers zijn ‘smaakmakers.’

In de oude tijd had zout voor voedsel een bewarende functie. Voordat er ijs – en koelkasten bestonden was ‘het zouten van etenswaren’ de methode om voedsel langer te kunnen bewaren (gezouten ham). Zout maakt ‘sustainable.’  Gelovige mensen zijn gericht op duurzaamheid.

In geen van deze metaforen vind ik ‘a break through.’ Met een groep jongelui had ik een Bijbelstudie. Ik legde hen deze woorden van Jezus voor. Toen zei een meisje plotseling ‘zout maakt ook dorstig.’ Bij mij viel toen het kwartje. Zout maakt ‘dorstig naar God, dorstig naar de Heer.’

Ik denk aan de woorden van Psalm 42: ‘evenals een moede hinde (hert) dorst mijn ziel naar God, om God te vinden.’ Onze ziel ‘dorst’ naar God. Zout veroorzaakt dorst. Aan het eind van Mattheus (hfdst. 28) zendt Jezus zijn leerlingen de wereld in om het evangelie te verkondigen en mensen te wijzen op Gods heerschappij over deze aarde.

Als Jezus zijn leerlingen zegt dat zij ‘zout’ zijn dan is misschien de vraag: hoe veel mensen hebben wij ‘dorstig gemaakt naar God?’

Jezus zegt: jullie ZIJN het zout der aarde. Dat is geen Optativus (ik zou graag willen dat …). Jullie ZIJN het. Daarmee wijst Hij ons op onze diepste kern. Je ‘bent’ het! Ga daarnaar op zoek. En leef daarnaar.

‘Gij zijt het zout der aarde.’ Zout komt tot zijn recht wanneer het zich mengt met zijn omgeving. Zout is niet bedoeld om in het potje te blijven. Zout komt tot zijn recht wanneer het zich vermengt met zijn omgeving:

Als Jezus zegt ‘jullie zijn het zout der aarde’, dan is dat een opdracht om je in deze wereld te begeven, en je leven daar te geven. Juist in het jezelf geven (aan andere mensen), juist daar kom jij zelf tot jouw bestemming. ‘Jezus zei: gij zijt het zout der aarde; hij zei niet: gij zijt de marmelade.’

Zout maakt dorstig. Dorstig naar ‘Levend water’. We mogen Christus zien als de bron van levend water. Wie van Hem drinkt, zal nooit meer dorst hebben.

In Hem is verzoening van schuld en al onze zonden. Het zijn de indrukwekkende woorden die God spreekt in Jeremia 17: ‘Gezegend is wie op de HEER vertrouwt, (…) steeds weer draagt hij vrucht.’ Dát is onze hoop voor ‘de hitte van de woestijnreis’: dat wij zoutend zout zijn, vrucht zullen dragen op de plek waar God ons stelt.

Denk hier eens over na.

Ik wens u een hele goede week.

Ds. Jan Rinzema

TEKST

Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt. Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.

(Matt. 5 vers 13 – 16)

GEBED

God,

Leer mij open te zijn

Om te horen

Wat ik moet horen

Omdat het goed voor mij is

En mij sterker maakt.

Leer mij de doen wat ik moet doen

Omdat het goed voor mij is

En mij sterker maakt.

U schenkt het woord;

U bent het Woord

Leer mij woorden onderscheiden,

En leer mij de woorden te herkennen,

Die kracht, liefde en leven schenken, voor mij zelf

En de wereld om mij heen.

Amen