UITLEG
Er is een lied dat mij telkens weer ontroert. Het is gezongen (en geschreven) door Bram Vermeulen. Het heet ‘Ik heb een steen verlegd in de rivier op aarde’.
Het gaat over ons leven, het gaat over iemand die terug kijkt, het leven ziet als rivier en dan zegt: als ik terugkijk, dan hoop ik dat ik een steen verlegd heb in de rivier waardoor de stroom iets anders is geworden. Het spreekt mij zo aan, omdat het gaat over een leven, dat betekenis heeft (gehad).
Het leven zien als ‘een rivier’ is een oud beeld. De Grieken zeiden het al: ‘alles stroomt’ (‘panta rhei’), en ‘geen mens stapt in zijn leven twee keer in dezelfde rivier’.
Het leven zien als rivier is een prachtig beeld, omdat de waterstroom nooit het zelfde is: langzaam, snel, wild en rustig kan de stroom zijn, kalm of onverwacht gevaarlijk, bovenstroom en onderstromen, buiten zijn oevers treden, telkens weer zoekt een rivier zijn eigen weg, een rivier voedt het leven: bomen, planten, gras en gewas.
Als je zegt ‘ik heb een steen verlegd’, dan hoop je, dat de rivier door jouw bescheiden toedoen anders is gaan stromen: beter, vruchtbaarder, betekenisvoller.
Jij draagt jouw ‘steentje’ bij waardoor, zo hoop je, de rivier beter, vruchtbaarder loopt, de mensheid tot nut en heil.
Het beeld van die (ene) steen is daarom ook zo mooi, omdat het vertelt dat je in je eentje niet een hele rivier hoeft te verleggen: één steentje is genoeg.
Maar … er zijn in het leven verschillende rivieren: heldere, maar ook donkere en grijze. Boosaardig gezegd: er zijn ook mensen, die een steen verleggen in een stinkende rivier. Adolf Hitler heeft ook ‘een steen verlegd’. Had hij hem maar laten liggen …
Onze tekst van vandaag gaat over Gods rivier: deze aarde en Gods ‘nieuwe hemel en nieuwe aarde’. Onze tekst spreekt over die mensheidsdroom: een plek waar geen pijn meer is, waar ziekte niet meer wordt gekend, waar leven normaal tot bestemming en voltooiing kan komen, zonder geweld, zonder oorlog, zonder honger.
Het is die droom uit het prachtige gedicht van John Clare (1793 – 1864):
I long for scenes where man hath never trod
A place where woman never wept
There to abide with my Creator, God,
And sleep as I in childhood sweetly slept,
Untroubling and untroubled where I lie
The grass below—above the vaulted sky
De Bijbeltekst van vandaag over ‘de nieuwe hemel en de nieuwe aarde’ raakt alle collectieve dromen van onze mensheid aan: een schone wereld, een wereld die ‘duurzaam’ is, een wereld waar mannen en vrouwen tot hun recht komen, een wereld waar kinderen kunnen lachen, waar een ieder meetelt, waar ‘alles van waarde’ niet meer ‘weerloos’ is maar in volle kracht mag zijn.
Is het naïef om hiervan te dromen? Ja. En nee. Deze droom is ‘realistisch optimistisch’. Droomverlangen geeft ons richting, terwijl wij tegelijkertijd weten, dat wij het hier op aarde nooit volledig gaan bereiken.
‘Om een realist te zijn moet je geloven in wonderen’ zei Ben Gurion.
Dromen zijn het wapen tegen de verplatting van ons bestaan. De droom die God met ons heeft is alomvattend. Onze tekst zegt:
‘God zal alle tranen uit hun ogen wissen.
Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn,
want wat er eerst was is voorbij.
Zie ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.’
Wil je weten of je met je leven ‘op het juiste spoor zit? Houd de woorden van hierboven als een spiegel tegen jouw huidige leven en activiteiten.
Legt deze droom een last op onze schouders? (Sommige idealen zijn immers als een zwaar kruis op onze schouders. Hoe veel mensen lijden niet onder de idealen die hun ouders hen hebben ingeprent?). Nee.
Gods droom legt geen last op onze schouders. ‘Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik (God!) nieuw!’ Uiteindelijk is het God die alles nieuw maakt. God zelf zal het zijn, die er zorg voor draagt dat zijn droomwerkelijkheid werkelijkheid wordt.
Jij mag NU je steentje bijdragen, maar deze wereld is Gods wereld, rust in Zijn hand. God zelf zal het zijn die zorgt voor de voltooiing van zijn wereld.
Wij worden geroepen te zaaien; God zorgt voor de oogst.
Onze kracht is beperkt en feilbaar. Dat God het zelf is die deze wereld tot voltooiing brengt geeft ontspanning, licht, lucht en ruimte om het in het leven vol te houden.
Vol te houden in je idealen, vol te houden TEGEN krachten van cynisme en materialisme. God zelf is het die zijn werkelijkheid ‘werkelijk’ maakt.
Het is een beroemd gegeven, dat de mensen die het meest droomden van ‘een andere wereld’ het meeste verschil hebben gemaakt in deze wereld. De Puriteinen keerden zich in 1700 fel tegen de slavernij.
Mensen als Franciscus hebben de zorg voor de armen op de menselijke agenda gezet. Mensen als Maarten Luther (plm. 1500) hebben de autonome vrijheid van het individu maatschappelijk centraal gemaakt.
Maarten Luther King heeft de rassengelijkheid op de agenda gezet. Moeder Theresa de ziekenzorg aan armen. Het waren allen mensen die intens droomden van ‘de andere wereld’. En vandaar uit verantwoordelijkheid namen voor deze.
Gods rivier is een droomrivier. Bij God zijn dromen werkelijk. ‘Wat bij mensen onmogelijk is is niet onmogelijk bij God, want bij God zijn alle dingen mogelijk’ schrijft Marcus (Mc. 10, 27). En die stenen? Wij dragen ons steentje bij. In zijn (Zijn!) rivier.
Denk hier eens over na.
Ik wens u een gezegende dag.
En een hele goede week!
ds. Jan Rinzema
TEKST
Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde
Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan.
Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen.
Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’
Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’ – Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar.’ – Toen zei hij tegen mij: ‘Het is volbracht!
Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Wie dorst heeft geef ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft. Ik zal zijn God zijn en hij zal mijn kind zijn.
(Openbaring 21 ver 1 – 8)