UITLEG
We leven in spannende tijden. Als je met mensen om de tafel zit, dan komen de onderwerpen direct naar boven: het milieu, Trump, Erdogan, de integratie van nieuwkomers, Syrië, overbevolking, vluchtelingenstromen in de wereld als gevolg van klimaatveranderingen, de toekomst van de verzorgingsstaat.
Hoewel het Nederland economisch zeer goed gaat (wij zijn op Zwitserland na het meest welvarende land ter wereld) is de collectieve onderstroom pessimistisch.
Ook op grotere schaal is de onderstroom pessimistisch. Veel filosofen bestempelen deze tijd als ‘het einde van’ … het einde van de democratie (mening – manipulatie), het einde van de waarheid (fake – news) en het einde van de maatschappelijke orde, zoals wij die nu kennen door de grote manipulatieve macht van de ultra rijken en Tech giganten (zo manipuleerde Google klimaatgegevens).
Waar wij in de zestiger jaren collectief droomden van ‘a bright new future’, daar houden mensen vandaag hun hart vast over heden en toekomst, zien donkere scenario’s en hebben weinig vertrouwen in politiek en politieke leiders.
Hoe moet je in deze wereld staan? Als je het bovenstaande ontkent vlucht je in je eigen kleine wereld (optie 1). En pleeg je verraad aan deze wereld.
Als je het bovenstaande te veel laat wegen (optie 2), dan word je opstandig (optie 2.a) of depressief (optie 2.b). Of ga je een ‘na mij de zondvloed gedrag’ aannemen: nu genieten, nu het nog kan (optie 3).
Hoe moet je in deze wereld staan?
Ons huidige (voor velen) ‘eindtijd – gevoel’ is historisch niet nieuw. Sterker gezegd: als wij kijken naar het bijbel verhaal van vandaag: dat is geschreven in een tijd, dat iedereen (iedereen!) het gevoel had: deze wereld gaat ten onder.
Om dat duidelijk te maken neem ik u mee naar het jaar 70 AD, ongeveer 1950 jaar geleden, de tijd waarin ons Bijbelverhaal het licht zag.
Wat is de situatie? De stad Jeruzalem is gevallen. De Romeinen hebben onder leiding van Titus 3 jaar lang Jeruzalem belegerd. Eindelijk, op 29 augustus 70 AD valt de stad. De hele stad wordt met de grond gelijk gemaakt, zo’n 100.000 mensen worden vermoord, de tempel wordt verwoest en alle overgebleven joden vluchtten het land uit (begin van de joodse Diaspora).
Alle overgeblevenen worden verkocht op slavenmarkten. Het slaven – aanbod is zo groot, dat de historicus Flavius Josephus schrijft, dat vanwege het grote aanbod de prijs voor een joodse slaaf onredelijk laag was …
Voor alle inwoners van het land Israël stort de wereld in. Het eind der tijden is nabij. De wereld komt tot een einde. Dit is het einde van de wereld … Ontzetting en paniek regeren.
In deze sfeer van ontsteltenis schrijft de evangelist Marcus zijn verhaal. Daarin zegt Jezus tot de gelovigen, die die afbraaktijden meemaken:
‘Vreest niet, dit is het einde niet.
Er zijn oorlogen, er zijn geruchten van oorlogen:
dit is het einde niet.
Maar u: ziet toe dat niemand u misleidt,
ziet toe dat u niet verschrikt wordt,
blijf op uw post.
Dit is het einde niet’.
Voor gelovigen in bange tijden geeft Jezus drie levenshoudingen: ‘laat je niet misleiden’ (1. een pleidooi om zelf kritisch denkend in deze wereld te staan!), ‘wordt niet verschrikt’ (2. d.w.z. blijf altijd vertrouwen houden) en ‘blijf op je post’ (3. d.w.z. vergeet je taken en je roeping niet).
Deze bemoedigende aansporingen worden gedragen door een nog diepere laag, namelijk, dat het God zelf is ‘die deze wereld draagt in de holte van zijn hand’, dat het God zelf is, ‘die ook mij draagt in de holte van zijn hand’ en dat het God zelf is ‘die de geschiedenis draagt tot zijn (Zijn!) bestemming en voltooiing’.
Ja, er is een begin aan deze wereld (oerknal, big bang of schepping: in alle gevallen was er een begin). Ooit zal er ook een eind komen aan deze wereld (voorzeggingen van Greta Thunberg, de zon dooft, een wederkomst: in alle gevallen zal er ooit een eindpunt zijn aan de wereld, zoals wij die nu kennen).
De grote geschiedenis kent zijn parallel in de kleine geschiedenis. Zoals er in het grote verband een begin en einde is, zo is er ook aan ons eigen leven een begin en ooit een einde.
Gelovige mensen wordt gezegd ‘in vertrouwen te leven’. Gelovige mensen wordt gezegd om dit leven, deze aarde trouw te blijven.
Gelovige mensen wordt gezegd, dat het je roeping is je te blijven inzetten voor deze wereld, Gods schepping en persoonlijk ‘je lamp brandend te houden, als een levend getuigenis’ van vertrouwen en Gods liefde.
Wij worden geroepen ‘gevend’ te leven: gevend in inzet voor deze wereld, gevend in liefde voor onze naasten, gevend in aandacht voor mensen om ons heen, gevend in zorgzaamheid voor al wat God ons heeft geschonken, gevend in het hoopvolle woord, gevend in de uitgestoken hand.
In dat alles ‘geven’ wij niet alleen: wij ontvangen ook. Wat wij ontvangen is het meest kostbare dat een mens kan ontvangen: de kracht van Boven.
Jezus noemt dat: de bijstand van Gods geest. ‘Jullie zullen kracht ontvangen van de Heilige geest’ zegt Christus. Dat is een gelofte aan ons van Gods eeuwigdurende bijstand. Ik herhaal dat langzaam: God … zal … ons … eeuwig … durend … bijstaan.
In tijden van verwarring mogen wij daarop rekenen, om ons hoofd helder te houden. In tijden van onrust mogen wij daarom bidden, als grond van onze harterust.
In tijden van paniek mogen wij op die Godskracht rekenen, om vertrouwensvol in deze wereld te staan.
Gods wereld is het. En wij, wij zijn Zijn gast.
Wij doen ons best. En God doet de rest.
Denk hier eens over na.
Ik wens u een gezegende dag.
En een hele goede week!
ds. Jan Rinzema
TEKST
Toen Jezus uit de tempel ging, zei een van zijn discipelen tegen Hem: Meester, kijk, wat een stenen en wat een gebouwen!
Jezus antwoordde hun en begon te zeggen: Pas op dat niemand u misleidt.
Velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus; en zij zullen velen misleiden.
Wanneer u hoort van oorlogen en geruchten van oorlogen, word dan niet verschrikt, want dit moet gebeuren, maar het is nog niet het einde.
Het ene volk zal tegen het andere volk opstaan en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen aardbevingen zijn in verscheidene plaatsen en er zullen hongersnoden zijn en onlusten. Deze dingen zijn het begin van de weeën.
Wanneer ze u zullen wegleiden om u over te leveren, wees dan van tevoren niet bezorgd wat u spreken moet, en bedenk het niet; maar wat u op dat moment gegeven zal worden, spreek dat, want u bent het niet die spreekt, maar de Heilige Geest
Wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
(Marcus 13 vers 1 – 13)