UITLEG
Wij hadden in groep 6 op de lagere school meester Van der Weerd. Meester Van der Weerd was een fantastische meester. Bezield gaf hij les. Kende al onze namen. En al onze streken. Hij was streng, maar rechtvaardig. Als je van hem op je kop kreeg, dan wist je: ik baal daar van. Maar hij heeft wel gelijk.
Nu was meester Van der Weerd ook een fantastische verteller. Hij kon zó goed vertellen dat als hij het verhaal vertelde, jij het gevoel had dat je er zelf bij was.
Zo heb ik in zijn klas reizen meegemaakt aan boord van de Santa Maria, het schip van Columbus, op weg naar Amerika. Ik heb met hem de Slag om Den Briel meegemaakt, de heldhaftige Jan Pieterszoon Coppestock, de Spaanse troepen en de Geuzen.
Ik heb met hem op 8 december 1944 meegemaakt, dat de Leeuwardense gevangenis werd ontzet door Piet Oberman en zijn kameraden.
Maar ja, terwijl wij over onze schriftjes gebogen zaten: wanneer ging meester Van der Weerd weer vertellen? Daar was altijd gespannen het wachten op.
En je lette goed op de kleine tekenen in zijn gedrag. Wanneer Meester van der Weerd snufte met zijn neus, met zijn rechterhand achter zijn oor ging krabbelen, dan wist je: ‘dit is het teken! Nu gaat meester nadenken over het verhaal dat hij direct gaat vertellen’. Dat snufje met zijn neus en het krabbelen achter zijn oor was HET teken: nu gaat er wat nieuws gebeuren.
‘Dit zij u het teken’ horen de herders in de kerstnacht. Heel die nacht van de herders was zo’n saaie sleurnacht geweest. Werk, werk, werk. Niets bijzonders, eigenlijk. Gewoon business as usual.
De schapen in hun kooi doen, wat hooi uitspreiden voor de beesten, zelf een vuurtje stoken en daar bij gaan liggen, saai doorrommelen, totdat de morgen komen zou. Trouwens, het hele leven was voor hen voorspelbaar en routine.
De dagen gingen over in de nachten en de nachten over in de dagen. Je wist eigenlijk precies wat er komen ging. In het land zelf ook. Het land was ooit vrij geweest. Maar nu liepen er vreemde soldatenlaarzen door de straten.
Die overheersing was zo krachtig, dat er geen enkele reden was te denken dat het ooit anders zou worden. Je moest gewoon accepteren dat de dingen waren zoals ze waren. Het leven is wat het is.
Totdat plotseling … totdat plotseling er in hun leven iets bijzonders gebeurt. Plotseling wordt het gewone doorbroken door het ongewone. Plotseling wordt hun gewone bestaan opengebroken. Engelenzang, een stem die klinkt, een kosmische ervaring, heb jij het ook gehoord?
Ze kijken elkaar verbaasd aan. ‘Heden is u de messias geboren, de christus, Gods licht dat u wijzen zal. Weest niet bevreesd. Wat u hoort: grote blijdschap verkondig ik u. God ziet naar deze wereld om. Het heilige openbaart zich in deze wereld. De Eeuwige maakt het goddelijk licht bekend’.
‘Heb jij dat ook gehoord?’ vragen de herders elkaar verbaasd. ‘Heb jij dat ook gehoord? Ik heb toch niet gedroomd? Of wel?’ En dan horen de herders nog een volgende zin: ‘dit zij u een teken: gij zult een kind vinden in een kribbe, in doeken gewikkeld’.
Als kind hoorde ik zo de boodschap van meester Van der Weerd. Nu ik ouder ben, denk ik: wat ben ik blij dat ik dit verhaal zo mooi heb meegekregen. Het is mij zo mooi verteld, dat ik het nu nog weet.
Maar waarom is dit verhaal zo van belang? Waarom was het dat meester Van der Weerd ons dit verhaal zo met glinsterende ogen en met vuur in zijn stem vertelde? Omdat, zo denk ik nu, het een heel belangwekkend verhaal is.
Het verhaal vertelt ons, dat God doorbreekt in deze wereld. Het verhaal zegt: God blijft niet lijdzaam op een afstand staan.
Als er op deze wereld dingen gebeuren, die niet kloppen: God zendt zijn tekenen. God blijft niet onbewogen op een afstand staan. God zendt zijn engelen om ons in te fluisteren dat het anders moet. En dat het anders kan.
God zendt zijn engelen om in een wereld waar alles steeds harder wordt te zeggen, dat ‘de zachte krachten het zullen winnen in het eind’.
God zendt zijn engelen om ons te vertellen, dat het in leven het niet alleen draait om geld, maar dat aan het eind van het leven de vraag is, niet: wat heb je naar je toegehaald, maar: wat heb je uitgedeeld?
God zendt zijn tekenen om ons te vertellen, dat verbeelding belangrijker is dan kennis. Want kennis is beperkt. ‘Het is de verbeelding, die deze wereld omringt’ (Einstein)
God zendt zijn tekenen om ons te vertellen, dat visioenen werkelijkheden scheppen. Niet: dat een overtuiging het product is van een werkelijkheid, maar omgekeerd: dat een werkelijkheid het product is van een overtuiging.
God zendt ons tekenen om ons uit te nodigen dromen te dromen, de hemel te laten opengaan en het licht binnen te laten stromen in ons denken.
God zendt ons tekenen om ons uit onze gesloten denkzone te halen en ons te plaatsen op de open vlakte onder de open sterrenhemel.
‘De mooiste ervaring die we kunnen hebben is de mysterieuze. Het geheimnisvolle is de meest fundamentele emotie, die aan de wieg staat van ware kunst en ware wetenschap. Wie dit niet kent en zich niet langer kan verbazen, wie zich niet langer verwonderen, is zo goed als dood. En diens ogen zijn gedimd’ (cit. Einstein).
God nodigt ons uit voor het in Gods ogen mogelijke.
De herders hebben met ingehouden adem geluisterd. Wij, ons? Aan ons? Voor ons? Wij, gewone jongens in onze kleine wereld? De engelen zien hun aarzeling, hun wantouwen, hun ongeloof. ‘Dit zij u een teken …’ zeggen zij.
Niet zeggen de engelen: ‘dit zij u het bewijs’. Niet: ‘dit zij u de wetenschappelijke redenering’. Niet: ‘je moet ons geloven omdat wij het zeggen’. De engelen zeggen: ‘dit zij u een teken’.
Een teken is iets, wat in zichzelf niets voorstelt, maar wat verwijst naar een andere, nieuwe, hogere werkelijkheid. Zoals een gewoon zilveren kettinkje. Als je dat krijgt van je vriend, dan verwijst dat gewone kettinkje naar zijn grote liefde en affectie en zorg voor jou, dat jij bijzonder bent in zijn ogen. Dat kettinkje als kettinkje is een kettinkje.
Maar het is meer dan dat: omdat je het speciaal gekregen hebt, speciaal voor jou bestemd, is het jou een teken geworden. ‘Dit zij u een teken’.
Het kind in de kribbe is het teken dat verwijst naar kwetsbaarheid als kracht. In een kribbe verwijst naar eenvoud, als kenmerk van het ware. In een stal verwijst naar de onverwachte vindplaatsen van Gods aanwezigheid. Op totaal onverwachte plekken vind je God. ‘Dit zij u een teken’.
God is aanwezig in deze wereld. God is aanwezig in ons leven. God roept ons voor een leven van betekenis. God roept ons voor een leven waarin wij ons vrij mogen voelen van dat wat drukt op onze schouders. God roept ons voor een leven waarin wij de andere mens zien als onze reisgenoot door het bestaan.
God roept ons voor een leven, waarin woorden als ‘het is zaliger te geven dan te ontvangen’ serieus worden genomen. God roept ons, om kort te gaan, voor Gods koninkrijk.
Zou het waar zijn? ‘Dit zij u een teken’. De herders kijken elkaar vragend aan. ‘Kom’ zegt er één, ‘kom, laten wij gaan!
Laten wij dan naar Bethlehem gaan om te zien hetgeen geschied is en ons door de Here is bekendgemaakt. En zij gingen haastig’.
Denk hier eens over na.
Ik wens u een fijne dag
een een gezegende Kerst!
ds. Jan Rinzema
TEKST
De geboorte van Jezus
En er waren herders in diezelfde landstreek, die zich ophielden in het veld en des nachts de wacht hielden over hun kudde. En opeens stond een engel des Heren bij hen en de heerlijkheid des Heren omstraalde hen, en zij vreesden met grote vreze.
En de engel zei tot hen: Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen: U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David. En dit zij u het teken: Gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in een kribbe.
En plotseling was er bij de engel een grote hemelse legermacht, die God loofde, zeggende:
Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens.
En het geschiedde, toen de engelen van hen heengevaren waren naar de hemel, dat de herders tot elkander spraken:
Laten wij dan naar Bethlehem gaan om te zien hetgeen geschied is en ons door de Here is bekendgemaakt. En zij gingen haastig en vonden Maria en Jozef, en het kind liggende in de kribbe.
(Lucas 2 vers 5 – 17)
GEBED
God,
Geef mij vrede in mijn hart
Geef mij vertrouwen in wie ik ben
Geef mij rust in al wat komen gaat
Geef mij kracht te geloven in dit leven
Want deze wereld, ik zelf, de mensen om mij heen:
Zij zijn waardevol in uw ogen.
Zo waardevol,
Dat u uw boodschappers in deze wereld zendt
Zo waardevol,
Dat u aanwezig wilt zijn in onverwachte tekenen.
Deze wereld, ik zelf, de mensen om mij heen
Zijn zo waardevol,
Dat u in uw verhaal,
Mens geworden bent onder ons
Als zuster, als broeder,
Als reisgenoot,
Als bondgenoot.
Laat mij ervaren
Uw hand,
Uw licht,
Uw vrede.
Amen.