UITLEG
Vandaag is het Paasfeest: een dag van uitbundige vreugde. Zangkoren en kerkgemeenschappen zingen luidkeels ‘a toi la Gloire (‘U, God, zij de Glorie, opgestane Heer’) omdat ‘Christus, onze Heer, (uit de dood) verrees.
Ook op het oostelijk halfrond is het met Pasen groot feest. De Paasdag is in de oosters orthodoxe kerk hèt hoogtepunt van het kerkelijk jaar.
Christus heeft, zo wordt gezongen, in deze opstandingsdaad ‘de dood heeft overwonnen’. Christus geeft aan allen, die ontslapen zijn ‘het eeuwige leven’. ‘Als wij dan met Christus zijn gestorven’, zegt de apostel Paulus, ‘dan zullen wij in Zijn opstanding ook met Hem leven’ (Rom. 6 vers 1 – 14).
Een leven, dat eeuwig deelt in Gods liefde: welk grootser nieuws kan een mens horen???
Ook Bachs Paascantates bejubelen deze dag. ‘Die Erde jubilieret (BWV 31), ‘Erfreut euch, ihr Herzen’ (BWV 66)
Waar je wereldwijd ook kijkt: het is één en al vreugde en opstandingszekerheid die vandaag – de opstandingsdag van Christus – de klok slaat.
En ja … het gaat deze dag ook om het funderend basis-narratief van de kerk: Christus’ opstanding is de zekerheid ‘dat er leven is door de dood heen’. Christus’ opstanding is hèt fundament, dat er in iedere situatie een nieuw begin mogelijk is.
De opstanding is het fundament van deze hoop.
Dit verhaal van de Opstanding slaat een bres in ons voorstellingsvermogen. ‘Als Christus niet is opgewekt, dan is onze prediking zonder inhoud, dan is ook het geloof zonder inhoud’ zegt de apostel Paulus.
Of ik dit geloof?
Er zijn in het leven meer dingen die ik niet kan bevatten. Het kloppend hart van een baby onder mijn handen: ik voel het kloppend hart. Ik kan het niet bevatten.
Geloof ik de opstanding …?
Ik kan allerlei uitlegkundige pirouetten maken (de opstanding moet je ‘symbolisch zien’, ‘Jezus is opgestaan in de verbeelding van zijn leerlingen’, ‘wishfull thinking’ van terneergeslagen mensen, ‘projectie’, ‘een mythe’), maar dat zou geen recht doen aan de enorme explosie van energie, die deze dag heeft veroorzaakt in de mensheidsgeschiedenis.
Dat onze jaartelling zich centreert om deze Christus (de tijd voor Christus BC, de tijd na Christus AD), dat de kerk zich zó snel en sterk heeft kunnen verbreiden, daar moet een verklaring voor zijn. De meest eenvoudige verklaring is, dat het gewoon waar is, wat de kerk als ontstaansgrond heeft: de opstanding van Christus zelf.
Misschien moet ik niet mijn eigen denken als het ultieme uitgangspunt nemen voor wat wel of niet mogelijk is. Er is meer tussen hemel en aarde dan ik mij kan voorstellen. Het opstandingsverhaal getuigt niet zozeer van mensenlogica maar meer nog van Gods grootsere logica.
Gods werkelijkheid is een werkelijkheid ‘die alle verstand te boven gaat’ (geen contra – logica, maar supra – logica).
Maar laten we eens naar het Bijbelverhaal zelf gaan. En het oer-verslag ‘als met nieuwe ogen’ lezen.
Wat is er aan de hand? Goede Vrijdag: Jezus is gestorven en begraven. Iedereen (de Romeinen, de joden, de volgelingen van Jezus) denkt: nu, met die kruisdood, is het hele Jezus-verhaal afgelopen. Hij is dood. Alles wat wij met hem hebben beleefd (al onze hoop, al onze verwachtingen, al onze inzet) is op niets uitgelopen. De schreeuwende mensenmeute ‘kruisigt hem’ heeft zijn zin gekregen.
Ook Maria van Magdala (de vrouw uit ons verhaal) is er van overtuigd: het is allemaal afgelopen. Vroeg in de (paas)morgen gaat zij naar het graf om Jezus’ dode lichaam te balsemen. De laatste eer aan haar geliefde dode wil zij brengen.
In onze tekst staat: ‘Maria staat bij het graf en huilde’. Iets verder: ‘huilend boog Maria zich over naar het graf’. Paasmorgen begint niet met vreugde; paasmorgen begint met huilen. Wie wel eens mensen uit het Midden-Oosten heeft zien rouwen, weet, hoe intens uitbundig dit huilen zal zijn geweest.
Je zou verwachten, dat nu een trompet gaat klinken: de hemelse deurbel. Een jubelend koor dat de opstanding verkondigt.
Wij horen een vraag: ‘Maria, waarom huil je?’ Kort daarna wordt die vraag herhaald. ‘Maria, waarom huil je?’ Ik vind dat een gevoelsvol, roerend begin van Pasen.
Dit voor het geloof zó belangrijke verhaal, dit wereld-omzettende metafysisch belangrijke opstandingsverhaal begint NIET met één of ander Grand Design dat in Techni-color wordt aangekondigd; de opstanding begint met een moment van grote God-mens-nabijheid: ‘waarom huil je’.
Zo begint opstanding in ons leven (dat wij zelf kracht ontvangen ‘om weer op te staan’) met liefdevol begrip en empathie.
Wil een mens ‘geestelijk opstaan’, dan zijn deze drie woorden (empathie, nabijheid en begrip) het eerste begin voor opstanding en genezing.
Tot slot: paasmorgen begint ook met een ander woord: ‘waarom’? (Ook Jezus’ laatste woord aan het kruis was ‘waarom?’)
Wij barsten van onze ‘waaroms’. Waarom … is er zo veel pijn? Waarom … moet mij dit overkomen? Waarom …? Deze ‘waaroms’ kunnen een mens verlammen (Er is ook geen goedkoop ‘daarom’).
Komt het ooit goed met mijn bestaan? Komt het ooit goed met deze wereld? Komt het ooit goed, met al die vele mensen, die hun Via Dolorosa (hun kruisweg) zijn gegaan, vanwege onrecht, ongeluk hen aangedaan? Heeft het zin om je in te zetten voor recht en gerechtigheid?
De Heer is opgestaan. Nu breekt het nieuwe leven aan!
Het opstandingsverhaal maakt de toekomst open. Wil je leven vanuit de wereld van morgen? Wil je leven vanuit de kracht van de toekomst? De Heer is opgestaan!
Op het moment dat de wenende Maria de opgestane Christus ziet, drogen haar tranen en staat zij zelf op. Zo wordt deze terneergezeten Maria een opgestane vrouw, de allereerste verkondigster van een openstaande wereld.
De Heer is opgestaan; nu breekt het nieuwe leven aan.
Dat is waar ook waar in ons bestaan.
De opstanding maakt opstandig;
De opwekking maakt opgewekt.
Denk hier eens over na.
Ik wens u een gezegende dag.
En een hele goede week! ds. Jan Rinzema
TEKST
De opstanding
Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam Maria uit Magdala bij het graf. Ze zag dat de steen van de opening van het graf was weggehaald.
Maria stond nog bij het graf en huilde. Huilend boog ze zich naar het graf, en daar zag ze twee engelen in witte kleren zitten, een bij het hoofdeind en een bij het voeteneind van de plek waar het lichaam van Jezus had gelegen.
‘Waarom huil je?’ vroegen ze haar. Maria zei: ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd.’
Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was.
‘Waarom huil je?’ vroeg Jezus.
‘Wie zoek je?’
Maria dacht dat het de tuinman was en zei: ‘Als u hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u hem hebt neergelegd, dan kan ik hem meenemen.’ Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’ Ze draaide zich om en zei: ‘Rabboeni!’ (Dat betekent ‘meester’.)
‘Houd me niet vast,’ zei Jezus.
‘Ga naar mijn broeders en zusters en zeg tegen hen dat ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.’
Maria uit Magdala ging naar de leerlingen en zei tegen hen: ‘Ik heb de Heer gezien!’ En ze vertelde alles wat hij tegen haar gezegd had.
(Johannes 20 vers 1 – 18)
GEBED
God,
Er is zo veel reden om terneer te zitten:
De ellende in de wereld,
De moeilijkheden in ons eigen bestaan
Alles wat er is gebeurd
En alle dingen,
Waaraan we niet moten denken,
Die zouden kunnen gebeuren.
‘De Heer is opgestaan’
Horen wij vandaag.
U roept ons te leven
Vanuit uw ‘opstandingswerkelijkheid’.
Geef ons kracht dat te kunnen.
Geef ons vertrouwen dat te doen.
Geef ons inzicht daarin te verstaan.
Geef ons doorzetting om het vòl te houden
In uw werkelijkheid
Van die nieuwe toekomst.
Ik bid u voor deze wereld,
Ik bid u voor mijzelf:
Laat het licht van uw wereld komen
In de kamer van mijn hart.
In Jezus’ naam,
Amen.