UITLEG
Ouders zijn voorgangers. Politici zijn ‘voorgangers’. Voorgangers zijn mensen, die anderen ‘voorgaan’ in het leven met hun levensstijl en overtuigingen.
Voorgangers zijn mensen, die anderen ‘voorgaan’ in hun laten en doen. Hun voorbeeld doet volgen. Voorgangers geven op directe wijze leiding door hun woorden; zij geven op non – verbale wijze leiding door hun daden.
70 % van onze communicatie is non – verbaal. Investeren in daden lijkt meer rendement te hebben dan de output op woorden. Leerkrachten zijn voor – gangers. Zij vertellen hun leerlingen niet alleen weet – dingen; meer nog: in hun manier van lesgeven wakkeren zij in hun leerlingen het heilig vuur aan, zodat kinderen zelf plezier krijgen in onderzoeken, kennis vergaren en leren.
Wij zijn elkaars voor – gangers. Het ‘even iemand ruimte geven bij een zebra’ zegt in daden, dat wij de ander, ook al heeft zij niet zo’n grote auto als jij, beleefdheid gunnen. In ons ‘even stoppen’ schenken wij de ander een goede dag. En ruimte.
Ik denk aan de joodse pedagoge Lea Dasberg. Zij schrijft ergens: ‘veel ouders zijn ‘de beste vrienden van hun kinderen’. Zij wìllen ook hun kinderen te vriend houden, want zij voelen zich vaak schuldig over hun gebrek aan aandacht. Dus overladen zij hun kinderen met spulletjes en ‘gezellige momenten’.
Maar … je bent niet de beste vriend van je kinderen; je bent voor hen ‘een voorganger’. Jij moet ze leren, wat belangrijk is in het leven. Jij moet kennis, waarden en overtuigingen overdragen, die het hen mogelijk maakt, als zij zelf groot zijn, in deze wereld zelf sterk op eigen benen te staan. ‘Geef een mens een vis, en je voedt hem voor één dag; leer een mens hoe te vissen, en je voedt hem een heel leven lang’ zei ooit Maimonides. Dat geldt ook voor de opvoeding: geen vis, maar een hengel.
Jezus is onze voorganger. Hij leert ons datgene, waarover het in het leven werkelijk gaat. Hij vertelt ons over God (God is onze Grond, God is liefde, God is de basis van ons vertrouwen); Christus vertelt ons over ‘de Geest’ (de Geest is onze motor tot uitbundigheid en vreugde, de Geest is onze kracht in zwakheid). Jezus vertelt ons over ‘het waarachtige leven’.
Vandaag gaat het over dit ‘waarachtige leven’. In cryptische uitspraken zegt Jezus: ‘het graan moet eerst sterven om tot leven te komen’. En verderop: ‘wie zijn leven liefheeft, die verliest het, maar die het wil verliezen, die vindt juist het leven’.
Twee merkwaardige paradoxen. Hoe kun je ‘vinden door te verliezen’? Hoe kun je ‘werkelijk leven door te sterven’? Het geloof vindt zijn waarheid in de paradox.
De bijbel gebruikt twee betekenissen voor het woord ‘leven’. Er is een leven vanuit de buitenkant (1) en er is een leven vanuit de binnenkant (2). Als Jezus zegt ‘ons leven moet sterven om het leven te kunnen vinden’, dan bedoelt hij: het buitenkant-leven moet verbonden zijn met het binnenkant-leven.
Er mag in jouw leven een paradigma -wisseling komen van buiten naar binnen, een paradigm shift van materieel naar geestelijk, van ‘dingen’ naar waarden, van ‘geld’ naar ‘geest’, van ‘nu’ naar toekomst’, van ‘smal denken’ naar breed denken.
De kracht van het buitenkant-leven is sterk (bijv. je doet dingen, om aan verwachtingen te voldoen, je laat je leiden door externe motivatoren als aanzien, geld, populariteit, status etc. etc.). De kracht van het buitenkant-leven is heel sterk. Daarom is het ook dat Jezus deze paradigma wisseling ‘sterven’ noemt: het lijkt te gaan om een proces, dat intens, langdurig en pijnlijk kan zijn.
De keuze voor het binnenkant-leven is (in de woorden van Christus) ‘het Ware Leven’. Het sterven van het buitenkant-leven betekent niet ‘dat wat je vroeger leuk vond, dat mag je nu niet meer leuk vinden’. Of: ‘dat wat je vroeger pijnlijk vond, dat moet je nu wel leuk vinden’.
Nee, het sterven van het oude leven (en het vinden van het nieuwe leven) heeft te maken met het veranderen van ik – gerichtheid naar diepte-gerichtheid.
Het ik – gerichte denken verabsoluteert het ‘ik’;
het God-gerichte denken denkt aan ‘wij’.
Het ik – gerichte denken verabsoluteert ‘dit moment’;
het God – gerichte denken denkt aan de toekomst.
Het ik – gerichte denken verabsoluteert één belang (ik);
het God gerichte denken heeft meerdere (zo niet alle) belangen in het oog.
Het ik – gerichte denken verabsoluteert het ‘What’s in it for me’.
Het God – gerichte denken denkt aan ‘het geheel’.
Dat het bij dit conversie – denken om een belangrijk zaak gaat getuigen de vele uitspraken van vele evangelisten, profeten, apostelen en kerkvaders. De apostel Paulus noemt het zelfs ‘een levend gemaakt worden’. In zijn woorden: God heeft ons ‘mede levend gemaakt met Christus’. Het klinkt heel hard, maar de keuze is hier: wie het buitenkant-leven verabsoluteert, die is eigenlijk dood; wie inzet op het binnenkant-leven, die vindt in het leven ‘het ware leven’.
Het God – gerichte leven ‘neemt ons bestaan op’ en plaatst het in het veel grootsere kader van tijd, ruimte en eeuwigheid. In dit Gods-denken ga je vanuit deze wereld (1), tot God (2) om weer terug te gaan ‘tot deze wereld’ (3). Je gaat UIT deze wereld van tijd, materie en sterfelijkheid (1) TOT de wereld van eeuwigheid, trouw, liefde en barmhartigheid (2) om TERUG te keren tot deze wereld (3).
Deze wereld is dan nog wel het zelfde, maar jij bent anders (wie hier verder op door wil studeren, die kan dit vinden onder het belangrijk christelijke thema van mortificatio – vivificatio – sanctificatio. Google is een goed vertrekpunt).
Ik begon met ‘wij zijn elkaars voorgangers’. Ik besluit het met verhaal dat de schrijver Primo Levi vertelt in zijn autobiografie. Primo Levi (1919), die geboren werd in Turijn, kwam uit een zeer vermogende familie en leefde in de sfeer van de welgestelde middenklasse.
Primo vertelde, dat zijn vader hem iedere zomervakantie mee nam op een vakantie in de bergen rond Turijn. Daar gingen vader en zoon kamperen onder bar primitieve omstandigheden: tentje, op een eigengemaakt houtvuur koken, zelf op zoek gaan naar water, je wassen in een beek. Primo zei: ‘ik vond die eenvoud niet leuk, zeker omdat al mijn vriendjes met hun ouders naar luxehotels gingen’.
‘Pap, waarom kamperen wij hier in de wildernis zo simpel, terwijl wij ook geld hebben om naar een mooi hotel te kunnen gaan?’ vroeg Primo zijn vader. Zijn vader antwoordde: ‘ik wil dat jij leert ook om in hele eenvoudige situaties te kunnen overleven’. Primo Levi is een Auschwitz – overlever. Hij schrijft, dat zijn overlevingskracht hem door zijn vader is aangereikt.
Jezus geeft ons de paradox: wie verliest zal vinden.
Wie geeft zal ontvangen.
Wie God in de hemel zoekt zal hem hier op aarde ontmoeten
Eén manier om geestelijk leven te definiëren is dat je zó moe wordt van jezelf en al die spullen om je heen zó zat wordt, dat je op zoek gaat naar iets beters.
En dat is het volgen van Christus.
Denk hier eens over na.
Ik wens u een gezegende dag.
En een hele goede week! ds. Jan Rinzema
TEKST
Jezus spreekt over zijn dood
Nu was er ook een aantal Grieken naar het feest gekomen om God te aanbidden. Zij gingen naar Filippus en vroegen hem of ze Jezus konden ontmoeten. Filippus ging dat tegen Andreas zeggen en samen gingen ze naar Jezus.
Jezus zei: ‘De tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven. Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht.
Wie zijn leven liefheeft verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven haat, behoudt het voor het eeuwige leven. Wie mij dient moet mij volgen: waar ik ben zal ook mijn dienaar zijn, en wie mij dient zal door de Vader geëerd worden.
(Johannes 12 vers 20 – 26)
Hoewel wij dood waren door onze zonden, heeft God ons levend gemaakt met Christus
(Efeziërs 2 vers 5)
GEBED
God,
De lijnen die u trekt in het leven
Zijn vaak anders dan de onze.
Wij denken als mensen
U denkt als onze schepper
Wij denken in verlies en winst
U ook,
Maar op andere terreinen:
Goddelijke terreinen,
Het terrein van aandacht, verbondenheid.
Ons denken is vaak uit – sluitend;
Uw denken is in – sluitend.
Leer ons ons leven te richten
Naar de lijnen
Die u in dit leven trekt.
In Jezus’ naam,
Amen.